Ik baande me een weg
door de chaos van de Ferdinand Bolstraat. Als iets Amsterdam kan typeren
is het deze straat. Auto's half op de stoep geparkeerd, anderen midden op
de weg, al dan niet met knipperlichten aan. Auto's die er omheen rijden
alsof het normaal is. Fietsers die, vaak scheldend, tussen en om de auto's
slalommen. Voetgangers die oversteken alsof ze onsterfelijk zijn. De stoep
hier en daar opgebroken en bezaaid met vuilniszakken, sommigen nog heel.
De stank van vuilnis en uitlaatgassen en het alom aanwezige gedreun van
muziek uit winkels en auto's, nu en dan overstemd door het geknars en
gepiep van een ongeduldig bellende tram.
|